Apostilles en legalisaties

Rechtsgeldigheid van Nederlandse documenten in het buitenland

Een Nederlands openbaar document is pas rechtsgeldig in het buitenland als er een legalisatie of apostille op zit: een waarmerking van de handtekening van de beëdigd vertaler. Een legalisatie of apostille kan alleen bij de rechtbank gehaald worden waar de handtekening van de vertaler gedeponeerd is. Het is een ingevulde stikker, voorzien van een handtekening en een stempel van de rechtbank.

Legalisatie of apostille?

Op 5 oktober 1961 werd het apostilleverdrag gesloten. Landen die het verdrag hebben ondertekend nemen genoegen met een waarmerking in de vorm van een apostille. Op documenten die bestemd zijn voor landen die het apostilleverdrag niet hebben ondertekend, dient een legalisatie te worden geplaatst.

Een door de Nederlandse rechtbank afgegeven legalisatie moet vervolgens worden bekrachtigd door het Consulair Dienstencentrum (CDC) in Den Haag van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken en door de ambassade of het consulaat van het land waar het document voor bestemd is. Pas dan is het document rechtsgeldig in dat land.

In het geval van een apostille, geplaatst door een Nederlandse rechtbank, is dit zogenaamde “rondje Den Haag” niet nodig. De apostille is voldoende voor de rechtsgeldigheid in die landen die aangesloten zijn bij het apostilleverdrag.

Voor meer informatie en een overzicht van de landen die aangesloten zijn bij het apostilleverdrag, kunt u terecht op de site van de Rijksoverheid.

Rechtsgeldigheid van buitenlandse documenten in Nederland

Voorbeeld: een geboorteakte uit Colombia of Spanje die hier moet worden ingeschreven bij de gemeente of moet worden ingediend bij de IND, moet voorzien zijn van een Colombiaanse apostille: de waarmerking van de handtekening van ambtenaar die het document heeft afgegeven. Vervolgens moet het document vertaald zijn door een beëdigd vertaler in Nederland. Een Nederlandse apostille is dan niet nodig.